In Vogelvlucht: De Duindoorn
Woensdag 5 december 2018BIDDINGHUIZEN - In de rubriek "In Vogelvlucht" neemt Dick van de Graaf van het Team Groenvoorziening u regelmatig mee naar bijzondere plaatsen of verschijnselen in de natuur rond Biddinghuizen. Deze keer: De duindoorn.
De duindoorn is een typische struik die voornamelijk langs de kust groeit, maar langs de randmeren in de buurt van Bremerbaai kunnen we deze struik ook aantreffen. In dit jaargetijde valt de struik erg op doordat er enorm veel oranje bessen aan zitten. Ook kan je de zurige lucht van de bessen goed ruiken. De bessen zijn rijk aan vitamine C, je kunt ze goed eten. Let wel op dat je ze ca. een 0.5 m boven de grond plukt. Dit i.v.m. dieren die er ook bij kunnen. De bessen van de duindoorn zijn voor vele soorten trekvogels op het juiste moment rijp. Onder andere lijsters, kramsvogels en koperwieken doen zich te goed als ze langstrekken op weg naar hun overwinteringsgebieden.
De duindoorn is een belangrijke plant voor de randmeren. Doordat de ondergrond veelal uit zand bestaat is de duindoorn één van de eerste struiken die hier groeit. De duindoorn leeft in symbiose met de bacterie Frankia; dit is een bacterie die in wortelknolletjes de stikstof bindt. De duindoorn brengt via wortelknolletjes stikstof in de bodem en die meststof gebruikt de plant voor een groot gedeelte zelf weer. Ook profiteren andere struiken van deze gift, onder andere de vlier. De duindoorn is een belangrijke schakel in deze leefgemeenschap. De doornige struiken bieden een leefomgeving voor o.a. reewild en een broedplaats voor vele vogelsoorten. Op oudere wortels groeien geen stikstofknolletjes. Na 15 jaar sterft de duindoorn langzamerhand af en kunnen andere soorten de plek innemen.
De oranje bessen smaken erg zuur. Ze zijn, met genoeg suiker, wel erg lekker in de jam, yoghurt en likeur. In de bes zit een pitje dat het eigenlijke zaad is. Veel vogels eten de bessen graag. De harde zaden die door de vogels worden uitgepoept, groeien zelden tot een volwassen duindoorn uit. Vele kiemplantjes sterven af door droogte of worden opgegeten door vogels of konijnen. Vaak ontbreekt ook de bacterie waarmee de duindoornplantjes samen moeten leven. In sommige jaren gisten de bessen aan de struiken. Dan komt het voor dat trekvogels zoals kramsvogels en koperwieken dronken worden! Ook is de duindoorn een belangrijke waardplant voor diverse soorten vlinders.
De duindoorn is een belangrijke pioniersplant, door de tijd heen nemen andere soorten hun plek in zoals liguster, hondsroos, kardinaalsmuts, Gelderse roos en meidoorn. In de oudere, soms metershoge duindoornstruwelen kan het binnenin zelfs schemerig en vochtig worden. Paddenstoelen en mossen profiteren daarvan. Er ontstaat humus en gaandeweg vestigen er zich andere bewoners, levend van het voedselaanbod waar de duindoorn juist niets van moet hebben. Het landschap krijgt een bosachtige uitstraling. Als dat het geval is, zal je tevergeefs nog naar een duindoorn zoeken.
Dick van de Graaf
De duindoorn is een belangrijke plant voor de randmeren. Doordat de ondergrond veelal uit zand bestaat is de duindoorn één van de eerste struiken die hier groeit. De duindoorn leeft in symbiose met de bacterie Frankia; dit is een bacterie die in wortelknolletjes de stikstof bindt. De duindoorn brengt via wortelknolletjes stikstof in de bodem en die meststof gebruikt de plant voor een groot gedeelte zelf weer. Ook profiteren andere struiken van deze gift, onder andere de vlier. De duindoorn is een belangrijke schakel in deze leefgemeenschap. De doornige struiken bieden een leefomgeving voor o.a. reewild en een broedplaats voor vele vogelsoorten. Op oudere wortels groeien geen stikstofknolletjes. Na 15 jaar sterft de duindoorn langzamerhand af en kunnen andere soorten de plek innemen.
De oranje bessen smaken erg zuur. Ze zijn, met genoeg suiker, wel erg lekker in de jam, yoghurt en likeur. In de bes zit een pitje dat het eigenlijke zaad is. Veel vogels eten de bessen graag. De harde zaden die door de vogels worden uitgepoept, groeien zelden tot een volwassen duindoorn uit. Vele kiemplantjes sterven af door droogte of worden opgegeten door vogels of konijnen. Vaak ontbreekt ook de bacterie waarmee de duindoornplantjes samen moeten leven. In sommige jaren gisten de bessen aan de struiken. Dan komt het voor dat trekvogels zoals kramsvogels en koperwieken dronken worden! Ook is de duindoorn een belangrijke waardplant voor diverse soorten vlinders.
De duindoorn is een belangrijke pioniersplant, door de tijd heen nemen andere soorten hun plek in zoals liguster, hondsroos, kardinaalsmuts, Gelderse roos en meidoorn. In de oudere, soms metershoge duindoornstruwelen kan het binnenin zelfs schemerig en vochtig worden. Paddenstoelen en mossen profiteren daarvan. Er ontstaat humus en gaandeweg vestigen er zich andere bewoners, levend van het voedselaanbod waar de duindoorn juist niets van moet hebben. Het landschap krijgt een bosachtige uitstraling. Als dat het geval is, zal je tevergeefs nog naar een duindoorn zoeken.
Dick van de Graaf